Op 1 april 2011 rond 18.30 uur las Jos van Heck een briefje voor over zijn aankomende opaschap. Nog geen twintig minuten later werd hij door zijn zoon Eric gebeld met de trotse mededeling dat hij zojuist vader was geworden van een zoon, genaamd Bryson. Bizar, ontroerend, bijzonder, typisch Rien zo fluisterde het genootschap nippend en toastend op Jos!
Voor de overlevering vermelden we de historische tekst die Jos voorlas terwijl zijn kleinzoon het levenslicht zag:
,,In een van zijn recente mails maakte Herman gewag van het feit dat ik op het punt stond om opa te worden. Welnu, inmiddels is het zover. Maar ik zou dit hier niet zo officieel meedelen als deze nieuwe status los stond van mijn lidmaatschap van ons genootschap. Alles heeft met alles te maken, zegt de holist in mij.
,,Zo kan ik de veilige landing op aarde van deze mannelijke Van Heck niet los zien van wat zich vorige jaar na onze eerste bijeenkomst afspeelde ten huize van mijn zoon en schoondochter. Daar op de koffie vertelde ik trots van mijn Hillegomse wederwaardigheden. In het begin leek mijn verhaal hen enigszins te vervelen, maar toen ik vertelde dat de avond zich had afgespeeld onder het patronaat van Rien van Nunen veranderde de sfeer op slag.
,,Het stel keek elkaar veelbetekenend aan, verontschuldigde zich en trok zich terug op de bovenverdieping. En nu ben ik opa! Jullie maken mij niet wijs dat deze gebeurtenissen niets met elkaar te maken hebben. Van de filosoof Jaap van Heerden heb ik geleerd dat creatieve mensen vaak een handje geholpen worden door het zogenaamde morfogenetische veld, dat zich als een bezielende deken over de aarde uitspreidt. Dit nieuwe ventje zal de journalistieke draad die zijn opa in Hillegom heeft opgepakt te zijner tijd overnemen en de wereld in het algemeen en de dorpen op de geestgronden in het bijzonder verblijden met een biografie van het 1 april Rien van Nunen Genootschap.
,,We zullen nog een hoop werk moeten verzetten om deze toekomstige biograaf van stof te voorzien. Een torenhoge drankrekening van Flora is geen solide fundering voor een werk van letterkunde. Aan het werk!”